Verzet
Toen zei de man: ik ben moe;
vijand laat van mij af;
ik verweer mij niet meer;
ik lig nog maar wat en wacht af
of ik gehaald word vannacht.
en de priester: ik breng u den Heer.
maar hij met een laatsten slag
sloeg het kruisbeeld weg van zijn mond
en krijste: ga weg—
neem mijn laatst bezit mij niet af:
Mijn zonden gaan mee in Mijn graf.
(Hendrik Marsman)